Tijdens de coronacrisis zijn basisscholen in Nederland dertien weken volledig gesloten geweest, wat heeft geleid tot leervertragingen bij leerlingen. Hoe staat het met het herstel van de leervertragingen vier jaar na de schoolsluitingen?
In het kort
- Vier jaar nu uitbraak van corona is er sprake van grotendeels herstel in de leergroei bij basisschoolleerlingen.
- De leerprestaties lijken in Nederland eerder te zijn teruggeveerd dan in veel andere landen.
- Gericht herstelbeleid lijkt de leervertraging van kwetsbare leerlingen relatief snel te hebben teruggedrongen.
De uitbraak van corona in 2020 heeft geleid tot een drietal periodes van schoolsluitingen in Nederland. In het basisonderwijs bleven scholen in totaal dertien reguliere lesweken volledig gesloten en vier weken waren scholen gedeeltelijk gesloten. Tijdens deze schoolsluitingen werd afstandsonderwijs verzorgd.
Al vroeg tijdens de pandemie bleek dat de schoolsluitingen een negatief effect hadden op de leerprestaties van basisschoolleerlingen (Engzell et al., 2021). Er werden verschillende beleidsmaatregelen genomen om de leerprestaties weer op peil te brengen.
Maar hoe staat het nu, bijna vijf jaar na het uitbreken van corona, met de prestaties van basisschoolleerlingen? In dit artikel presenteer ik een overzicht van resultaten uit verschillende studies om het effect van de schoolsluitingen op de leerprestaties van Nederlandse basisschoolleerlingen te beschrijven. Ook ga ik in op het beleid dat is ingezet tijdens de coronacrisis om de negatieve effecten van schoolsluitingen op te vangen. Ik doe dit om lessen te kunnen trekken uit de pandemie voor mogelijke toekomstige schoolsluitingen.
Effecten op leerprestaties
Tijdens de coronapandemie kende Nederland drie periodes van schoolsluitingen. De leerprestaties varieerden over tijd.
Eind 2020: zes weken schoolsluiting gehad
In het eerste half jaar van de pandemie hebben leerlingen een leervertraging opgelopen van 0,08 standaarddeviatie, wat overeenkomt met de leerwinst in twee maanden (Engzell et al., 2021). Dit blijkt uit leerlingvolgsysteemtoetsscores voor groep vier tot en met groep acht op het gebied van begrijpend lezen, spelling en rekenen/wiskunde. De opgelopen leervertraging in het eerste half jaar komt hiermee overeen met de tijd dat de scholen gesloten waren. Leerlingen op de basisschool hebben tijdens de eerste schoolsluiting dus gemiddeld weinig tot niets geleerd.
Voor leerlingen met laagopgeleide ouders waren de leervertragingen zestig procent groter dan gemiddeld. Enquêteresultaten tijdens de eerste periode van schoolsluiting laten zien dat laagopgeleide ouders zich minder in staat voelen om hulp te bieden aan hun kinderen dan hoogopgeleide ouders (Bol et al., 2020). Mogelijk veroorzaakt dit grotere leervertragingen. Uit dezelfde enquête blijkt ook dat kinderen uit gezinnen met een hoog inkomen betere thuiscondities hebben om te leren.
Medio 2021: zestien weken schoolsluiting gehad
Ook anderhalf jaar na het uitbreken van corona worden er bij basisschoolleerlingen leervertragingen op alle basisvaardigheden aangetroffen (Haelermans et al., 2021). Leerlingen in groep vier tot en met groep zeven hebben een leergroei (oftewel de vooruitgang in de onderwijsresultaten van leerlingen in een bepaalde periode) die voor begrijpend lezen 0,07 standaarddeviatie en voor rekenen/wiskunde 0,10 standaarddeviatie lager ligt ten opzichte van de gebruikelijke leergroei in anderhalf jaar. Voor onderbouwleerlingen wordt voor spelling een 0,06 standaarddeviatie lagere leergroei aangetroffen. Dit soort achterstanden kunnen geclassificeerd worden als middelgrote effecten (Kraft, 2020). Bij alle drie de basisvaardigheden zijn de effecten het meest ongunstig voor leerlingen met laagopgeleide ouders.
Medio 2022: zeventien weken schoolsluiting gehad
Na tweeënhalf jaar zijn er de eerste tekenen van herstel in de leerprestaties en wordt er voor spelling en begrijpend lezen geen verschil in leergroei meer gevonden ten opzichte van voor corona (NCO, 2022). Dit is bepaald voor leerlingen die bij aanvang van de pandemie in groep drie, vier en vijf zaten. Voor deze groepen wordt nog wel een grote leervertraging van 0,20 standaarddeviatie (zeventien weken leergroei) gevonden voor rekenen/wiskunde.
Een mogelijke verklaring voor het gedeeltelijke herstel is dat scholen op dit moment in de pandemie gebruik hebben kunnen maken van verschillende regelingen, zoals subsidies voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s en de bekostiging vanuit het Nationaal Programma Onderwijs.
Naast het algemene herstel kantelt na tweeënhalf jaar ook het beeld naar opleidingsniveau: de leervertraging (gemeten als afname in leergroei ten opzichte van vóór corona) blijkt nu groter bij leerlingen met hoogopgeleide ouders dan bij die met laagopgeleide ouders. Deze kanteling is mogelijk het gevolg van gericht herstelbeleid waarin substantieel meer geld is gegaan naar achterstandsscholen, waar meer leerlingen op zitten met laagopgeleide ouders (NCO, 2022).
Medio 2024: zeventien weken schoolsluiting gehad
Viereneenhalf jaar na het uitbreken van corona lijkt het herstel definitief ingezet (NCO, 2024). Voor begrijpend lezen en rekenen/wiskunde is de leergroei gemiddeld niet alleen hoger dan de periode voor corona, maar ook hoger ten opzichte van het eerste, tweede en derde volledige schooljaar sinds het uitbreken van corona. Er wordt voor spelling een lichte, maar niet noemenswaardige, leervertraging geconstateerd.
Wat betreft het opleidingsniveau van ouders geldt hetzelfde beeld als twee jaar eerder: voor spelling en begrijpend lezen wordt, gemeten naar de vertraging in leergroei ten opzichte van vóór corona, het minst gunstige beeld gevonden voor kinderen van hoogopgeleide ouders. Bij rekenen/wiskunde worden geen noemenswaardige verschillen gevonden naar opleidingsniveau ouders.
Opvallend is dat voor leerlingen van groep zes nog wel een lagere leergroei voor alle drie de basisvaardigheden wordt geconstateerd dan voor corona. Voor deze leerlingen waren de eerste en tweede schoolsluiting in de groepen twee en drie. Dit suggereert dat schoolsluitingen met name problematisch zijn in de periode waarin de basis wordt gelegd voor taal en rekenen. De daardoor ontstane schade lijkt in latere schooljaren niet makkelijk om te herstellen.
Internationale bevindingen
Niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland werden scholen tijdens corona gesloten. Ook in andere landen hebben schoolsluitingen geleid tot aanzienlijke leervertragingen (Betthäuser et al., 2023; Storey en Zhang, 2024). De leervertragingen nemen hierbij toe met de lengte van de schoolsluitingen (Jakubowski et al., 2023; Gajderowicz et al., 2024).
Het internationale beeld verschilt op twee punten met dat in Nederland. Ten eerste vinden we in Nederland eerder tekenen van herstel dan in het buitenland. In een vergelijkend onderzoek van 42 studies voor vijftien landen laten Betthäuser et al. (2023) zien dat leervertragingen internationaal nog niet afnamen in het voorjaar van 2022, terwijl dit in Nederland wel het geval was.
Ten tweede wordt op internationaal vlak bij de gehele coronacrisis een groter negatief effect gevonden voor kinderen van laagopgeleide ouders dan voor die van hoogopgeleide ouders (Betthäuser et al., 2023). In Nederland gold dit tot 2022, waarna het beeld juist ongunstiger werd voor leerlingen met hoogopgeleide ouders.
Beleid tijdens de coronacrisis
Al spoedig na de eerste periode van schoolsluitingen zijn extra middelen voor scholen uitgetrokken om de ontstane leervertragingen in te lopen. De belangrijkste beleidsmaatregelen in Nederland tijdens de coronacrisis waren de subsidies voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s (2020/21) en het Nationaal Programma Onderwijs (2021/22–2024/25).
Subsidie inhaal- en ondersteuningsprogramma
Het Ministerie van OCW heeft in juni 2020 (een maand na afloop van de eerste schoolsluiting) een subsidieregeling opengesteld voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s (subsidie IOP). Het doel van de subsidie IOP was het bieden van extra ondersteuning aan leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs vanwege leervertragingen ontstaan door corona. Scholen konden via deze regeling voor maximaal tien procent van hun leerlingen een bedrag van 900 euro aanvragen. Scholen met veel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand mochten een subsidie aanvragen voor maximaal twintig procent van hun leerlingen. In totaal was er 167 miljoen euro subsidie beschikbaar voor basisscholen. Ongeveer zeventig procent van de basisscholen heeft een IOP-aanvraag ingediend.
Nationaal Programma Onderwijs
Toen de coronapandemie bleef aanhouden heeft OCW in het voorjaar van 2021 (na twee periodes van schoolsluitingen) bovenop de IOP ook het Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) gelanceerd. Het NP Onderwijs had als doel om door corona ontstane leervertragingen in het onderwijs in te halen. Daarnaast kon er via het NP Onderwijs geïnvesteerd worden in de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Scholen konden zelf kiezen aan welke interventies ze het geld uitgeven. Voor de interventies kon gekozen worden uit een door het Ministerie van OCW gelanceerde menukaart, die gebaseerd is op metastudies van effectonderzoek naar een groot aantal interventies om onderwijsachterstanden in te halen (MinOCW, 2025).
Voor het NP Onderwijs is in totaal 8,5 miljard euro uitgetrokken. De NP Onderwijs-middelen zijn voor het grootste gedeelte uitgekeerd via een aanvullende bekostiging voor alle scholen. Het basisonderwijs kreeg 2,05 miljard euro dat in vier jaar besteed kon worden. Dit bedrag komt overeen met iets meer dan twintig procent van wat basisscholen in een regulier schooljaar vanuit OCW aan bekostiging krijgen (9,5 miljard euro in 2023).
In het eerste volledige schooljaar van de pandemie (2021/2022) kregen alle basisscholen 700 euro per leerling. Extra middelen werden beschikbaar gesteld aan de ongeveer veertig procent basisscholen met een relatief groot aantal leerlingen met een risico op onderwijsachterstanden. In het schooljaar 2022/2023 kregen de basisscholen een lager basisbedrag van 500 euro per leerling. Scholen met relatief veel leerlingen met een risico op onderwijsachterstanden kregen echter meer hier bovenop dan in het schooljaar ervoor.
Scholen hebben nog tot eind van het schooljaar 2024/2025 de tijd om de ontvangen NP Onderwijs-middelen uit te geven. Tot en met eind 2023 hebben basisscholen voor 1,43 miljard euro aan bestedingen verantwoord (DUO, 2024), wat overeenkomt met zeventig procent van de ontvangen middelen.
Effectiviteit van het gekozen beleid
Het is lastig om een harde evaluatie te geven van de effectiviteit van de losse beleidsregelingen. Tijdens de coronacrisis speelden meer problemen in het onderwijs, zoals het lerarentekort, die van invloed kunnen zijn op de leerprestaties. Daarnaast is het onbekend hoe de leerprestaties van leerlingen zich zouden hebben ontwikkeld bij uitblijvend beleid. Er zijn wel diverse aanwijzingen dat het gerichte coronaherstelbeleid in het Nederlandse basisonderwijs zijn vruchten heeft afgeworpen.
Ten eerste is er een positieve effectevaluatie van de IOP-regeling op de leergroei van leerlingen (Meeter et al., 2022), al zijn niet alle programma’s die via de regeling zijn uitgevoerd, even effectief geweest. Programma’s die inzetten op remedial teaching, dat wil zeggen op het inhalen van specifieke, al gedoceerde leerdoelen, sorteerden sterkere effecten dan andere, meer algemene programma’s.
Ten tweede heeft NP Onderwijs volgens een eigen analyse op basis van monitoringsonderzoek van Researchned (2021) een verwachte leerwinst opgeleverd van 4,4 maanden. Bij NP Onderwijs hebben scholen interventies gekozen van een menukaart, waarop voor elke interventie de verwachte leerwinst staat aangegeven. Een analyse van de gekozen interventies komt tot een verwachte leerwinst van ruim vier maanden.
Ten derde is tijdens de coronacrisis al een herstel in de leergroei van basisschoolleerlingen gevonden. Viereneenhalf jaar na de coronacrisis staan basisschoolleerlingen er gemiddeld qua leergroei niet slechter voor dan voor de crisis.
Ten vierde is er een groter herstel geweest voor leerlingen met laagopgeleide ouders. Deze leerlingen waren oververtegenwoordigd op scholen waar relatief meer herstelmiddelen naartoe zijn gegaan.
Tot slot
Corona was een unieke gebeurtenis, maar we moeten er wel lessen uit trekken voor de toekomst. Schoolsluitingen hebben negatieve gevolgen op de leergroei van leerlingen en moeten dus zo veel mogelijk voorkomen worden. Indien schoolsluitingen toch noodzakelijk zijn, is het belangrijk om aandacht te hebben voor de ongelijke effecten die deze kunnen sorteren. Er moet tijdig en gericht geïnvesteerd worden om de ongelijke effecten te beperken. Snelle monitoring van de omvang en ongelijkheid in de schadelijke effecten is hierbij van belang. In Nederland is dit mogelijk door de goede data-infrastructuur met leerlingvolgsysteemdata, die actuele analyses van ontwikkelingen in leergroei op stelselniveau mogelijk maakt.

Literatuur
Betthäuser, B.A., A.M. Bach-Mortensen en P. Engzell (2023) A systematic review and meta-analysis of the evidence on learning during the COVID-19 pandemic. Nature Human Behaviour, 7, 375–385.
Bol, T., B. Belfi en L. Borghans (2020) Thuisonderwijs tijdens de corona-crisis. Rapport, 30 juni. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.
DUO (2024) Financiële Verantwoording NP Onderwijs 2024. DUO Rapport, 4 december. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.
Engzell, P., A. Frey en M.D. Verhagen (2021) Learning loss due to school closures during the COVID-19 pandemic. Proceedings of the National Academy of Sciences, 118(17), e2022376118.
Gajderowicz, T., M. Jakubowski, A. Kennedy et al. (2024) The learning crisis: Three years after COVID-19. IZA Discussion Paper, 17550.
Haelermans, C., R. van der Velden, B. Aarts et al. (2021) Balans na anderhalf jaar: Vertraging leergroei het grootst voor rekenen-wiskunde. Nationaal Cohortonderzoek Factsheet, 8. Te vinden op cris.maastrichtuniversity.nl.
Jakubowski, M., T. Gajderowicz en H.A. Patrinos (2023) Global learning loss in student achievement: First estimates using comparable reading scores. Economics Letters, 232, 111313.
Kraft, M.A. (2020) Interpreting effect sizes of education interventions. Educational Researcher, 49(4), 241–253.
Meeter, M., C. Haelermans, I. Sincer et al. (2022) Inhaal- en ondersteuningsprogramma’s om leerachterstanden te remediëren in het PO en VO. NRO Eindrapport, september.
MinOCW (2025) Menukaart: interventies kiezen in het funderend onderwijs. Nationaal Programma Onderwijs. Te vinden op www.nponderwijs.nl.
NCO (2022) Vertraging in de leergroei in het basisonderwijs na twee en een half jaar COVID-19-crisis. Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs, Beleidsrapport, november. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.
NCO (2024) Ontwikkeling in de leergroei in het basisonderwijs vier jaar sinds COVID-19. Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs, Beleidsrapport, december. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.
Researchned (2021) Eerste deelonderzoek implementatiemonitor Nationaal Programma Onderwijs. Researchned Rapport, oktober. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.
Storey, N. en Q. Zhang (2024) A meta-analysis of the impact of COVID-19 on student achievement. Educational Research Review, 44, 100624.
Auteur
Categorieën